Walden-pond

Ode aan het blanken

 

Ik ken weinig dingen die rechter zijn,

Dan de Kromme rade.

Daar diep verscholen in de drek,

Slaat een snoek mijn streamer gade.

 

 

Geen vin beweegt geen staart die slaat,

Geen bek gaat er vandaag nog open.

Al komt mijn streamer in het zicht,

Geen snoek die er echt acht op slaat.

 

 

Al werpend en lopend kom ik steeds nader,

Aan de rand van een veengebied.

Waar ik zoveel jaren heb gevist,

Samen met mijn vader.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 “Vliegvissen is niets voor jou. Dat zal je snel vervelen” ,

Hoe anders zou het echter gaan.

Nu doe ik haast niet anders meer

Hoe graag had ik dat met hem nog willen delen.

 

 

 

Ondertussen kleurt het zwerk, aan het einde van de dag ,

Ja er komt er zelfs wat zon.

Er valt een druppel van mijn neus,

Hoe fijn dat ik hier nu even wezen mag.

 

Weinig actie maar veel tijd om na te denken,

Struinend door het natte gras.

En gewoon met prettig leeg ontspannen hoofd,

Niets vangen maar gewoon eens lekker blanken

 

 

erikdenoorman