Walden-pond

De zeeltsnoek

 

Het was twee weken geleden dat ik in de polder het water steeds zag opbollen. Op een rare manier. Ik was er aan het streameren op snoek en werd er nieuwsgierig van. Voorzichtig sloop ik naderbij en, dankzij mijn polaroid zonnebril werd ik getuige van een merkwaardig schouwspel. Een heel beste snoek zwom er rond met een heel beste zeelt dwars in de bek. De snoek zwart, de zeelt goudkleurig. Dat de snoek de zeelt als maaltijd had verkozen was gezien de omvang van die zeelt, zo rond de 45-50 cm. op zich al bijzonder. Waren de ogen van de snoek groter dan de maag? De snoek had er dus flink moeite mee maar gaf niet op. Wat ik nooit eerder had gezien was onthutsend te noemen. De snoek duwde de zeelt steeds tegen de kant aan in de hoop ‘m beter voor zijn (haar) keelgat te krijgen. Dat veroorzaakte die rare bewegingen in het water. Het bleef zich maar herhalen en als het weer eens niet lukte zwom de snoek een paar meter verder. Met zijn gouden buit nog steeds dwars in de bek. Dat schouwspel, in het heldere polderwater bleef zich voltrekken totdat beiden dieper in het water verdwenen en om een gegeven moment geheel uit het zicht verdwenen. Zo ook het opbollende water.

 

 

Ik vertelde bovenstaande aan Hans W. die mij, een dikke week later, vergezelde met een streamersessie op hetzelfde water. “Tussen hier en daar gebeurde het’ zei ik nog. Hans begon hier met werpen. Ik daar. Beiden niet echt in de vooronderstelling dat precies deze vis interesse zou tonen in onze bindsels.

 

En of het nu inderdaad die specifieke snoek was zullen we wel nooit echt zeker weten. Maar mijn wit/rode mangum streamer werd in slow motion vanuit de flank aangevallen. Een heel beste snoek zette zich in beweging. Ik riep Hans erbij en schatte de snoek in de 90 centimeter. Maar dat waardeerde ik op tijdens de dril. Dit kon wel eens een meter worden! De snoek verzette zich hevig en trok meerdere malen mijn #8 in een hoepel. Als de vis linksaf wilde dan ging ie dat. Zo ook rechtsaf. Meer smaken zijn er in een diepe polderwetering eenvoudig niet.

Hans worstelde met het schepnet, dat wilde maar niet uitschuiven. Ook had hij mijn camera in de hand. Ik concentreerde me op de enorme vis. Want dat wisten we alvast. Het moest haast wel een metersnoek zijn. En die zijn tamelijk zeldzaam in de polder. Ook zagen we dat de gehele streamer aan de buitenkant van de bek zat. Was de vis wel goed gehaakt?

 

Enfin, het gelukte ons de vis in het schepnet te krijgen. Twee maal zelfs. De eerste keer sprong ze er namelijk gewoon weer uit. Met krachtinspanning en door de jaren opgedane ervaring wist Hans de vis uiteindelijk bekwaam te landen. Wat een grove en zware snoek! En wat een mooi schubpatroon! Eenmaal aan de kant bracht het meetlint uitkomst. Een heel dikke meterdame. En het mooiste is dat we er beiden van konden genieten. Dus vanaf nu is de plek waar we deze vis vingen definitief verbonden met de zeeltsnoek.

 

erikdenoorman