Walden-pond

Tante Bep

 

Vanmorgen moest ik eerst even naar de bouwmarkt. Maar omdat Soest een dorp is bleek dat die niet om 8.00 uur open ging maar om 9.00. Dan eerst maar eens kijken of er al regionale windes te spotten zijn. Ook dat viel tegen want het watertje waar ik vaak ga kijken stroomde als een jekko en was erg troebel. Ik besloot rustig terug te rijden en passeerde de kringloopwinkel. Altijd leuk om even in rond te wandelen.

 

 

 

Dit maal trof ik een plastic zakje met diverse kaartjes wol. In kleurtjes waar ik wel wat mee denk te kunnen. Ik rekende er 80 eurocent voor af en vervolgde mijn weg naar de bouwmarkt waar ik toch nog net iets te vroeg was. Bij het inspecteren van de zojuist gekochte kaartjes viel me op dat er op één van de kaartjes namen stonden geschreven. J. Scheele en M. Scheele. En dat zijn namen van een volle neef en nicht van mij. De kans dat het hier om anderen dan hen gaat is te verwaarlozen. Deze kaartjes wol zijn zonder twijfel van mijn reeds lang overleden tante Bep geweest. Och och wat kon die sokken breien! Ik zie ze nog zitten breien met die vier breipennen. Het razendsnelle gerikketik van de breipennen hoor ik ineens weer heel helder klinken. Ik had als kind, t/m mijn pubertijd alleen maar sokken van tante Bep. Lekker warm en, ondanks dat ik me niet kan herinneren dat ze ooit mijn voeten opmat, altijd perfect passend. Verder kan ik me helaas weinig meer van tante Bep herinneren. Ze was niet overdreven spraakzaam maar wel altijd hartelijk. Ik kwam er best vaak om met mijn neef Jan kattekwaad uit te halen en dingen die ik thuis niet mocht. Mijn ome Chris was een wat vergevingsgezinder persoon, wat dat aangaat althans, dan mijn eigen vader. En reken maar dat we daar misbruik van maakten. Jammer was dat we nooit echt contact met hem kregen omdat er kennelijk iets, ooit, in Nederlands Indië had plaatsgevonden waar men liever niet over sprak.

Maar Tja. Hoe die wol nu uiteindelijk in Soest terecht gekomen is? Ik zal het waarschijnlijk nooit meer aan de weet komen. Tante Bep verliet haar woonplaats Hilversum slechts alleen dan als er echte noodzaak voor was. En die namen op dat kaartje waren vast om te onthouden welke wol er moest worden ingezet bij het stoppen van de sokken van mijn neef en nicht. Want toen werden sokken bij slijtage altijd maar weer netjes hersteld. Je voelde altijd wel waar dat herstel had plaatsgevonden maar je klaagde er nooit over.

 

Nooit zal ze geweten hebben dat er op een dag, decennia later, eens vliegjes van gemaakt zouden worden. en zo ontstond vandaag, 10-3-2018, de tante Bep nimf. want ook van sokkenwol zijn o.a. uitmuntende nimfen te knopen. Zie zelf maar.................

 

 

erikdenoorman

Zoekt en gij zult vinden

 

Als je in het hele vroege voorjaar winde wilt vangen die optrekt richting de paaigronden zal je je goed moeten voorbereiden. Het kan zelfs zijn dat je nu al te laat bent voor dit seizoen. Het begint immers over een paar weken. Er vanuit gaande dat je water weet waar winde normaliter aanwezig is zal je er als allereerst achter moeten zien te komen waar ze jaarlijks paaien. Een tamelijk gecompliceerde opgave. Dat geef ik grif toe. Dat kan redelijk goed lukken door vastberaden eigen observatie. Daar gaan heel wat uurtjes in zitten.

 

Ik zie er in elk geval twee. Maar als je wat beter kijkt drie zelfs.............Nou ok de foto is niet briljant ...2 en een halve

 

Denk hierbij aan kleine(re) stromende watertjes die in verbinding staan met groot of groter water. Dat kunnen soms watertjes zijn waar je de rest van het jaar nooit een vis zal treffen. Als deze watertjes ook nog eens helder zijn kun je de optrekkende vissen op enig moment absoluut zien verschijnen. Wat later tref je ze vaak aan in de buurt van stuwen en obstakels waar ze, net als zalmen, tegenop proberen te springen. Een buitengewoon spectaculair gezicht. Want een winde kan wel een halve meter hoog springen. 

 

Zo'n eentje noemen wij hier een optrekker. ofwel een vis die vanaf de randmeren in gekomen.

 

Maar ook kun je eens kijken hoe en waar witvisvissers ze vangen. Als zij op bepaalde plekken en tijdstippen meer winde vangen dan normaal het geval is kom je waarschijnlijk al een weer stukje verder.  Dan weet je op z’n minst dat ze dáár dus langs komen. Op de grote rivieren zie je overigens dat winde ondieptes opzoekt. Bij voorkeur met riet  aan de kant. Maar ook ondergelopen uiterwaarden zijn paaiplekken wanneer het water daar hoog staat.

 

 

Nadat de hele reeks aan hitsige mannetjes voorbij is getrokken verschijnen dan toch, op enig moment, de super dikke dames..............

 

In het begin van de paaitrek zijn het vooral mannetjes die op pad gaan. Dat is meestal begin Maart. Zodra de watertemperatuur boven de 10 graden uitkomt worden dat er steeds meer. En als het water langzaam doorwarmt zullen ook de kogelronde vrouwtjes arriveren. Al naar gelang hoe die watertemperatuur zich zal blijven ontwikkelen zal uiteindelijk de daadwerkelijke paai plaatsvinden. En zoals bij vele vissoorten is het dan uiteraard onacceptabel ze dan te belagen. Bovendien eten ze tijdens de paai toch al niet.

 

 

erikdenoorman

Polder geneugten

 

Niet iedereen vindt zijn gerief in de polder. Soms lijkt het dat je alleen nog maar plezier kunt hebben aan meter plus snoeken op groot water. En ik begrijp de kick daarvan ook best wel. Ik heb het zelfs eens geprobeerd! Lekker ronddobberen rond de vaargeul en ja hoor….. Dan hangt er zomaar een dikke snoek aan. Ik beschrijf het wat plastisch realiseer ik me maar zo was mijn ervaring wel. Ook weet ik dat het niet had kunnen plaatsvinden zonder het vele research werk van anderen. Effectief snoeken belagen op groot water is een tak van sport die je niet moet onderschatten. Veel bikkelen, blanken, afzien van de elementen, eindeloos proberen en experimenteren. En dan ook nog eens de concurrentie en de stekkenpezers.  Je kunt het gerust hardcore flyfishing noemen. Een respectabele manier van het belagen van ontzettend grote snoeken. Mooi om te zien hoe bijv. Edwin K. dit op een onnavolgbare wijze heeft doorontwikkeld. 

 

Maar ik vind vooral nog steeds mijn gerief in polder water. Het maken van korte en gerichte worpen op duikers, waterplanten, driesprongen, steigertjes, half gezonken bootjes, versmallingen, paaltjes en andere objecten blijft me boeien. Zo ook het zien van de aanbeet. Of, zoals vaak, de net niet aanbeet. Volgers, missers en weigeraars neem je immers ook optisch waar. Een toegevoegd en spannend element van de poldervisserij naar mijn idee. Ook het aflopen van een water, houdt je ook nog eens lekker warm, is een karakteristiek onderdeel van het polderzwiepen. Een met beide benen op de grond visserij dus. Ieder zijn ding.

 

 

Vandaag mocht ik, flink onder de medicatie vanwege een behoorlijk verrekte onderrug spier, weer enkele uren genieten van de polder. In beweging blijven is een goede remedie tegen dergelijke klachten. Dit keer was ik in gezelschap van Edward S. van Koppang camping in Noorwegen. Het staat niet in verhouding dat ik in ‘zijn’ water vis maar toch is het altijd leuk even met elkaar op te trekken.

 

Wist je trouwens dat er voor 2018 nog maar twee plekken open zijn voor de vermaarde workshop vliegvissen op stromend water ?

 

 

 

Er viel weer te genieten van de omgeving, het water, de luchten en wat er zo verder passeert. Zoals natuurlijk de beoogde snoeken. Ook dit keer hoefden we het niet zonder te stellen. Een aantal fraaie polderexemplaren viel ons ten deel. Ze pakten de streamers in ietwat troebel water dat hooguit een meter diep was. Of soms gewoon lekker niet. Volgers dus. Maar dat houdt je lekker scherp! Maar met de resultaten waren we al met al weer dik tevreden.

 

erikdenoorman

Ode aan het blanken

 

Ik ken weinig dingen die rechter zijn,

Dan de Kromme rade.

Daar diep verscholen in de drek,

Slaat een snoek mijn streamer gade.

 

 

Geen vin beweegt geen staart die slaat,

Geen bek gaat er vandaag nog open.

Al komt mijn streamer in het zicht,

Geen snoek die er echt acht op slaat.

 

 

Al werpend en lopend kom ik steeds nader,

Aan de rand van een veengebied.

Waar ik zoveel jaren heb gevist,

Samen met mijn vader.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 “Vliegvissen is niets voor jou. Dat zal je snel vervelen” ,

Hoe anders zou het echter gaan.

Nu doe ik haast niet anders meer

Hoe graag had ik dat met hem nog willen delen.

 

 

 

Ondertussen kleurt het zwerk, aan het einde van de dag ,

Ja er komt er zelfs wat zon.

Er valt een druppel van mijn neus,

Hoe fijn dat ik hier nu even wezen mag.

 

Weinig actie maar veel tijd om na te denken,

Struinend door het natte gras.

En gewoon met prettig leeg ontspannen hoofd,

Niets vangen maar gewoon eens lekker blanken

 

 

erikdenoorman

Een laagje te weinig

 

Tja, daar sta je dan aan de haven. Het zou een paar uur droog worden. Maar in plaats daarvan ging de regen over in ijskoude motregen. In combinatie met de matige wind zou dat echter geen probleem mogen zijn. Ik ben immers gewend aan dit type weer en kleed me dan ook steevast in meerdere laagjes en… niet te strak. Lucht isoleert namelijk ook prima. Maar dan….SHT!
Mijn laatste laagje dat de wind en de regen tegen moest gaan houden hing nog thuis aan de kapstok. Dat was balen natuurlijk. Ik besloot het laagje achterwege te laten en het toch maar te gaan proberen. Maar na paar minuten voelde ik de koude wind al op mijn vel. En dat is bepaald onprettig kan ik je vertellen. Wat nu ? Dit was toch echt te weinig om te voorkomen dat je nat en verkleumd raakt
Naar huis rijden, en dan weer terug, vond ik geen optie. Nogmaals checkte ik of er wellicht een alternatief in mijn auto lag. Mooi niet dus. Maar ik wilde absoluut graag vissen dus moest er een oplossing komen. Een nieuwe kopen vond ik wel wat gortig. Ik kreeg plots een ingeving en ging uitzoeken of ze daar niet toevallig een kringloopwinkel hadden. Met wat mazzel zouden ze daar wel eens een jas kunnen hebben voor een prikkie.

 

Nou er hingen er drie die in aanmerking kwamen. Eén was veel te groot, de ander tamelijk afgedragen maar bovendien niet echt waterdicht zo te zien. De derde dan maar, Een soort van groene waxcoat maar dan van ander materiaal. En zeer waarschijnlijk waterdicht of op z’n minst afstotend. Ik rekende het schamele bedrag €7,50 af. ’t Ding, een echte Tom Taylor, paste perfect en bleek als extra bonus ook nog eens warm gevoerd!

 

  

En zo stond ik niet veel later mijn nimfjes te zwiepen op de spekgladde kade. Kanariegele en gifgroene nimfjes met een staartje van konijnenbont. De groene hoefden ze beslist niet vandaag. Maar op de gele pakte ik een tiental voorns waarvan, voor het eerst dit seizoen, er een paar tegen of net over de 30 cm. Waren. Verder nog de nodige baarsjes en middelgrote baarzen, een fraaie blei en een pos . Al met al niet iets om ontevreden over te zijn! Opvallend was wel dat zowel de regen was opgehouden als dat de wind was gaan liggen. Toch was ik blij met de aankoop van dat ene extra laagje.

 

erikdenoorman