Walden-pond

Mijn vader, mijn vriend (ingezonden door Iwan V.)
 
 
 
 
Daar is weer dat mooie seizoen. Ik mag weer een week met mijn vader op de zeeforel. De aanloop is niet ideaal als ik mijn kleine teen breek twee weken voor vertrek. Ik moest er niet aan denken om hiermee te moeten balanceren over de gladde stenen van de Oostzee. Maar het viel mee.

Ik breng mijn zoon naar school en stap in de auto. We komen om half vijf aan op Flyvesandet waar we gezien de wind onze eerste dagen willen spenderen. Helaas is het het laatste weekend dat deze camping open is maar we blijven er toch wel even.
 
 
 

Vroeg in de morgen parkeren we de auto, kleden ons om en tuigen het spul al op. We zien het eiland liggen maar na tien minuten onderweg te zijn trekt er dikke mist van zee over het eiland naar ons toe. Het is plots kouder en we lopen ineens van paal tot paal naar de landtong. Als we dan na een lekkere tippel de geluiden van bos bewoners dichter bij horen komen trekt de mist op en staan we in enkele seconden naar een zonovergoten eiland te kijken. Wat een entree!
 
 

Direct zien we een grote school makreel links van het eiland dat door bruinvissen worden geterroriseerd. Het is zaterdag, mooi weer en er liggen dan best wel wat bootjes voor anker. Maar we staan hier wel weer heel fraai hoor! en er word al wat gevangen. Dan een dikke blanke zeeforel die gehaakt word met de vlieg (streamertje) die ik gister vers had gebonden. Fijn maar de vis schiet na een halve minuut los. We vangen nog wat klein spul een gulletje en wat makrelen en het is donker als we terug lopen. We raken even uit koers. En we zijn wat later en bekaf als we bij de tent komen en nog wat gaan eten in de gemeenschappelijke ruimte.
 
Hier is het feest met een heuse (plaatselijke) artiest. We worden hartelijk ontvangen en krijgen een biertje in onze hand geduwd. Dit zal ook niet de laatste worden. Het is bomvol en er word gedanst in paartjes. Tijdens ons diner in de hoek (brood met aardappelsalade, kaas salami en een tomaat) worden we door de locals belaagd. Soms alleen een Skål maar vaak onderhoudend en gezellig tot de plaatselijke dancing-queen aan komt schuiven en smeekt om een dansje. Na lang aandringen breek ik. Tijdens de lange gang naar de vloer zie ik dat iedereen de ogen hebben gericht op ons en ik word glimlachend begeleid naar het schavot. Alsof de beste man op ons heeft gewacht begint deze bij aankomst te spelen. Als ze ook nog onverstaanbare dingen in mijn oor begint te fluisteren word ik toch zenuwachtig. De muziek stopt. Nu is mijn vader aan de beurt maar hij weigert. Ook als ze op de knieën gaat. Deze vrouw spoort niet geheel dacht ik. En hoeveel biertjes had ik eigenlijk al op na zo'n lange dag. En keken de mensen ook niet naar haar. Hoe ze die vriendelijke buitenlandse gasten in zo'n benarde situatie moest laten verzeilen. We hebben er nog lang om gelachen. Terug naar het vissen.
 
 

We komen op de mooiste plekken de komende dagen en we verkassen naar het zuiden en het blijft schitterend zonnig weer. We vangen alleen kleine vis om er moedeloos van te worden. Tegen beter weten in proberen we toch alles uit de doos. Je weet maar nooit. Er word door verschillende mensen gesproken (noord en zuid Funen) over een fenomeen wat eens in de twintig jaar voor komt. Een daling van de bodemtemperatuur hierdoor minder voedsel onder de kust en zo ook minder grote vis. Het lijkt mij een broodje aap verhaal maar wie weet.
 
 
 
Een bijzonder welkom van drie zeearenden laag over bij Weddelsborg maakt een boel goed.
 
 
De laatste twee dagen gaan we naar een eiland. Een risico want als de wind te hard is uit deze hoek kan het troebel zijn. We zetten onze tenten op richten ons kampje in en trekken onze waadpakken aan en op pad weer.
Bij het naderen van het water zien we het al het is al zover en we moeten noordwaarts om helderder water tegen te komen.  Als het dan snel donker word en het na regen ook nog gaat onweren ziet het er allemaal somber uit. Na een flink end lopen word het water helderder en de onweer trekt door. Maar de regen word zwaar en Erik heeft voor deze gelegenheid zijn regenjas niet mee genomen. Omdat hij overtuigd is en wij niet zomaar opgeven gaan we door en dat loont. Hij pakt hier kort achter elkaar de eerste twee mooie vissen. Maar nu het water echt door zijn bilspleet loopt en hij nu echt snel afkoelt gaan we terug naar de tent. Dan vind hij het wel aardig van mij dat solidariteit gevoel maar hij vind het wel van belang dat hier nu wel even door gevist moet worden door mij. Ik gehoorzaam graag en loop terug. Nu mag ik ook een mooie vis vangen die achter in een wier bed in een hinderlaag lag. In de loop van de middag schuift Erik weer aan. De avond heeft een vriendelijker gezicht. Beide vangen we nog een vijftiger. Bij de tent roken we een forel op appelhout. Tijdens de slow-cook drinken we een heerlijke cava die Pa voor deze mooie gelegenheid uit de mouw tovert.
 
 
 
De laatste dag is er zo een waarvan je hoopt dat die er tussen zit. Met meerdere vijftigers en zelfs groter. Dit was weer een trip om nooit te vergeten en dat er nog veel mogen volgen.
 

Groet Iwan V.